Historische vereniging Bunscote

55 Van het bestuur C.A. Nelemans
56 Jan Koelewijn Dzn. 1906 -1989 K. Kok
59 Lid van Excelsior
66 Van wee is tat d’r één...? W. van Twillert
70 Vis venten in vroeger eeuwen K. Kok
73 Misdaad in de Middeleeuwen
75 Een plaatje met een praatje W. Beekhuis
82 Een jammerlijk besluit K. Kok
87 Arian van Diermen vertelde over hobby en familie op ledenvergadering A. ter Beek
90 De geslachten Ter Haar Redactie
90 Rectificatie

Van het bestuur

Voor u ligt een themanummer. Over het leven en werk van één van de ereleden van  de historische vereniging: de heer J. Koelewijn Dzn. Het is 2 juni a.s. honderd jaar geleden dat deze dorpsgenoot werd geboren. Een feit om bij stil te staan. Waarom? Omdat Koelewijn op historisch gebied
zeer veel heeft betekend voor onze dorpen. Daarom leek het de redactie een goed idee een themanummer te besteden aan deze bekende  persoonlijkheid. Een gedachte waar het bestuur van harte achter staat.

Klaas Kok beschrijft in het kort de levensloop van Koelewijn. Een leven in dienst van de samenleving en vooral van het onderwijs. Een  veelbewogen leven ook, in aanmerking genomen de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog.
Klaas Kok is ook verantwoordelijk voor de bewerking van het merendeel van de artikelen in dit nummer, ooit geschreven door J. Koelewijn in de  Bunschoter en andere nieuwsorganen. Op voortreffelijke wijze heeft hij deze voor Bun Historiael ’persklaar’ gemaakt en van de nodige inleidingen
voorzien.
Dat Koelewijn een brede belangstelling had voor de geschiedenis in algemene zin blijkt duidelijk uit een drietal artikelen die hij in 1979 schreef over de misdaad in de Middeleeuwen. Iets hiervan wordt u in dit nummer voorgeschoteld.
Maar vooral de plaatselijke historie droeg Koelewijn een warm hart toe. De vele publicaties getuigen hiervan. Een mooi voorbeeld zijn de prachtige verhalen die hij schreef over de Nederlandse Hervormde kerk in Bunschoten. Hij vertelt dan over de naam van de kerk, over het onderhoud en over de ingrijpende verbouwing die het pand moest ondergaan.
Na de lagere school moest Koelewijn als zovelen gaan werken in de vis. Hij moest op pad als visventer. Dat duurde echter niet lang. Maar deze korte periode heeft wel zoveel indruk op hem gemaakt dat hij het niet kon laten te gaan schrijven over de vishandel in de 16de eeuw. U leest het in
dit themanummer.
Een andere pennenvrucht van hem gaat over zijn lidmaatschap van de muziekvereniging. Een leuke herinnering hieraan heeft hij helemaal in dialect opgetekend in het jubileumblad dat ter gelegenheid van het 70-jarige bestaan van Excelsior werd uitgegeven.
Een interessant verhaal van J. Koelewijn, destijds geplaatst in de Bunschoter onder de titel ’Geschil pontveer Haventje’, wordt ingeleid door Willem Beekhuis. Het geeft een aardige indruk van een stukje geschiedenis over de pont en de pontbazen.

 Terecht heeft de toenmalige voorzitter van de historische vereniging, de heer Teun Sleurink, bij het overlijden van de heer Koelewijn deze geprezen als ’een pionier in het geschiedenisonderzoek in onze dorpen’. Verder merkte hij op: ’Koelewijn is gaan speuren in de archieven en boeken om zo iets van de geschiedenis van onze dorpen aan ons door te geven. Zijn standpunt was: publiceren, want dan blijft het bewaard.’

We zijn er van overtuigd dat u dit gevarieerde nummer met plezier ter hand zult nemen.


C.A. Nelemans, voorzitter